top of page

Hoe kunnen art classes de creativiteit van kinderen verhogen?

Opdracht 1: Wat is nu precies de bedoeling van onze bachelorproef?

Om de bedoeling van onze bachelorproef toe te lichten, schetsen we wat de precieze nood is op Hsa Thoo Lei en wat ons motiveert om ons uiteindelijke doel te behalen. Daarnaast zullen we weergeven hoe we dit doel willen bereiken en welke uitdagingen we hiervoor zullen moeten overwinnen.

Wij vinden het vanuit onze achtergrond belangrijk dat alle leerlingen hun talenten kunnen ontwikkelen, omdat dit deel is van de ontwikkeling van de totale persoon. We hebben echter gemerkt dat er weinig kennis is bij de leerkrachten en hier bijgevolg niet aan gewerkt wordt. Vervolgens zien we ook dat de groepscultuur ervoor zorgt dat alle leerlingen hetzelfde doen. Dat resulteert in weinig durf in talenten tonen, muzisch uiten, creatief te werk gaan en zich uitdrukken. Daarom vinden wij het van groot belang dat we de muzische grondhouding van leerkrachten en leerlingen versterken. Anderzijds voelen we aan dat de belangen van de leerkrachten vooral in het plezier maken en genieten zit. Ze willen muzisch werken, omdat ze het leuk vinden en het de leerlingen gelukkig maakt. 'They're so happy!'

Deze nood motiveert ons om samen met hen te streven naar een meer kwalitatief muzisch onderwijs. We vinden dit zelf zeer belangrijk aangezien we dit meegekregen hebben vanuit de opleiding en de kans hebben gekregen om onze eigen muzische talenten te ontwikkelen doorheen onze onderwijsloopbaan. We zien hier bovendien dat heel wat leerlingen een sterke interesse tonen in de muzische domeinen, maar door te weinig stimulatie komt dit niet voldoende tot uiting. Daardoor zien de leerkrachten niet dat het meer is dan enkel plezier hebben in het muzisch werken. Zo is er bijvoorbeeld een jongen uit grade 1 die heel de dag aan het dansen was. Zodra hij de kans kreeg, staat hij te bewegen en verschillende moves uit te proberen. Hij genoot enorm van de lessen bewegingsexpressie en vond daarin duidelijk ook zijn uitlaatklep. Wanneer hij hier meer educatie in zou krijgen, zou hij heel erg kunnen groeien en een manier kunnen vinden om zijn emoties uit te drukken. Wij zien zijn talent, maar zien de leerkrachten dit ook als een talent?

Eerst en vooral was het verschil in belangen een enorme uitdaging. Vervolgens hebben we al vermeld dat de kennis en de vaardigheden van de leerkrachten ontbreken op muzisch vlak. Zij hebben dit namelijk zelf ook nooit kunnen ontwikkelen. Ten slotte is er een groot verschil in cultuur. Waar wij het individu vooropstellen, stellen zij hier de groep voorop.

Naast bovenvermelde uitdagingen waren er ook organisatorische uitdagingen zoals de grootte van de klassen. Er zaten namelijk te veel leerlingen in één klas. Om als leerkracht een groep van 50 leerlingen te begeleiden heb je zeer duidelijke afspraken nodig en een goede organisatie. Zelfs dan blijft het een zeer zware opdracht. Je hebt enorm veel omgevingslawaai van de andere klassen en je kan geen deur sluiten. Hierdoor nemen de leerlingen dit automatisch over en is er veel geroezemoes. Daarnaast heb je natuurlijk nog het begeleidingsaspect. De leerlingen werden amper begeleid tijdens het uitvoeren van opdrachten. In grade 2 kregen de leerlingen enkel feedback als ze met hun creatie naar de leerkrachten gingen. Wanneer de leerkrachten vonden dat het niet voldeed aan de vereisten, gaven ze geen opbouwende kritiek, maar eerder een boze blik. Hierdoor merkten we dat de leerlingen een zekere schrik hadden om aan opdrachten te beginnen en vaak bevestiging zochten bij elkaar of bij ons. Wanneer wij hen dan die bevestiging gaven, bloeiden ze helemaal open. In grade 1 zagen we wel dat de leerkrachten bij de leerlingen langs gingen tijdens het individueel werk en op een zachte manier om gingen met de leerlingen. Dit blijft heel moeilijk, omdat er in zulke grote klassen nóg meer tempoverschillen en niveauverschillen te vinden zijn. Daarnaast hebben niet alle leerlingen dezelfde leeftijd waardoor de leerlingen zeer uiteenlopende interesses, vaardigheden en belangen hebben.

Toegespitst op onze bachelorproef lijkt het ons ten slotte ook een enorme uitdaging voor de leerkrachten om naar de toekomst toe muzisch te blijven werken, mede door eerder genoemde uitdagingen. Daarnaast zijn de meeste leerkrachten vrijwilligers en werken ze met een contract gedurende twee jaar waardoor de leerkrachten de opgedane kennis en vaardigheden moeten doorgeven aan hun opvolgers.

We stonden met andere woorden voor een grote, maar zeer interessante uitdaging. De uitdaging zal zich uiten in verschillende aspecten die gingen van cultuurverschillen tot te grote klassen. Rekening houdend met dit alles, vonden we het een van onze prioriteiten om te werken aan de muzische grondhouding, want wij geloven nog steeds in 'Creativity is intelligence having fun'!

Opdracht 2: Concrete onderzoeksvraag

Vanuit al onze bevindingen, observaties en gesprekken, hebben we ervoor gekozen om onze onderzoeksvraag als volgt te concretiseren: 'Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de leerkrachten van Hsa Thoo Lei naar de toekomst toe muzisch en bijgevolg creatiever te werk gaan binnen bewegingsexpressie, muziek en beeld?'

We verwachtten heel wat zaken bij te leren. Hieronder een overzicht van onze verwachtingen:

  • In onze bachelorproef zullen we onze opgedane kennis delen met de leerkrachten van Hsa Thoo Lei. Daarom wilden wij zowel ontdekken hoe we anderen kunnen motiveren als hen versterken in de muzische lessen.

  • Daarnaast is creativiteit een zeer belangrijke factor. Hierin verwachten we zelf meer te weten te komen over het begrip creativiteit. Wat houdt het in? Hoe kan je het vergroten? ... Bovendien wilden we onze eigen creativiteit doen toenemen met deze kennis.

  • We hoopten vervolgens meer te weten komen over de barrières zoals taal en de groepscultuur. Zo konden we ontdekken hoe we dit via muzische lessen konden verkleinen.

  • We verwachtten ook te leren omgaan met een minieme muzische ervaring. We vermoedden meer te weten te komen over hoe we de muzische grondhouding, geletterdheid en vaardigheden vlot konden versterken.

  • Op Hsa Thoo Lei waren er tevens weinig middelen om in de muzische lessen mee aan de slag te gaan. Dit zou niet alleen een uitdaging worden, maar ook een ontwikkelingsproces waarin we veel zouden bijleren over het werken met weinig materiaal.

  • Ten slotte zouden we graag na onze bachelorproef ook zelf sterker in onze schoenen willen staan in het voorbereiden van muzische lessen waardoor we misschien later ook onze eigen collega's hierin kunnen motiveren.

Om hiertoe te komen, wilden we al enkele richtvragen opstellen om zo een richtlijn te kunnen vormen naar het verdere verloop van ons project.

  • Wat is de beginsituatie op muzisch en creatief vlak van leerkrachten en leerlingen? Hieronder vallen vragen zoals: wat doen ze al, welke mogelijkheden zijn er, welke moeilijkheden ervaren beide partijen, welke bouwstenen en muzische aspecten worden veel gebruikt en welke weinig, wat is het niveau van de leerlingen, welke achtergrond hebben de leerkrachten al...

  • Voelen de leerkrachten zich comfortabel in elk muzisch domein? Hoe kunnen we er eventueel voor zorgen dat de leerkrachten zich goed voelen om beeld, bewegingsexpressie en muziek te geven?

  • Wat motiveert de leerkrachten en kunnen we gebruiken om de wil om bij te leren over de muzische domeinen beeld, bewegingsexpressie en muziek te vergroten? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de motivatie vastgehouden wordt zodat de leerkrachten ook in de toekomst creativiteit in hun lessen inbedden?

  • Welke barrières ervaren de leerkrachten zelf naar het aspect creativiteit? Hoe kunnen we die overkomen? Welke barrières ervaren de leerlingen?

  • Hoe kijken de leerkrachten naar een muzische vorming?

  • ...

Voor ons vertrek maakten we reeds een landenstudie en kregen we wat informatie mee waardoor er al enkele hypotheses en voorspellingen gemaakt werden.

  • Allereerst hadden we verwacht dat we niet vaak muzisch gingen kunnen werken, omdat de leerkrachten hier negatief tegenover zouden staan. Na een tijdje merkten we echter dat dit al niet het geval was. De leerkrachten wilden zien hoe wij het deden en lieten ons de vrije keuze.

  • Daarnaast hadden we het gevoel dat we zeer weinig muzische lessen konden geven en dat we vooral muzische vaardigheden zouden moeten integreren in onze andere lessen. Na de eerste week hadden we na overleg ons lessenrooster aangepast waardoor we meer tijd kregen om muzische lessen te geven. We konden ook soepel zijn in ons lessenrooster waardoor we in de lessen Engels ook muzische vorming mochten geven en omgekeerd.

  • Ten slotte hadden we bij het zien van ons lessenrooster voor vertrek gedacht dat 'art classes' enkel staat voor lessen beeldende vorming en dat ze bijgevolg niet aan dans of muziek werkten. Onze veronderstelling klopte qua betekenis, maar we hebben gezien dat er ook in de taallessen wel gezongen wordt en dat traditionele dans ook een plaatsje krijgt in hun lespraktijk.

© 2019 by Mandy Van Elsuwege. Bachelorproef aan de Arteveldehogeschool

bottom of page