top of page

Discussie

Uit de resultaten van de enquête en de observatiegegevens kunnen we afleiden dat er nood is aan creativiteitsverhoging bij zowel leerlingen als leerkrachten. Er is nood aan creativiteitstechnieken die we in ‘Methode creatief denken: een denk- en werkwijze voor het basisonderwijs’ (Djapo, 2016) vonden. Daarnaast wilden de leerkrachten ideeën en tips voor het onderwijzen van muzische vakken. Deze linkten we onder andere aan onze cursus ‘Didactiek muzische vorming en lichamelijke opvoeding’ (Brys, Dnoub en Van Cromphaut, 2017- 2018).

 

De muzische doelstellingen en het uitgangspunt van muzische vorming (Brys, Dnoub en Van Cromphaut, 2017- 2018) linkten we aan de observatiegegevens en de gegevens die we uit de placemat haalden. Er is duidelijk een nood aan een vernieuwde muzische visie bij de leerkrachten. Doordat we de innovatiecyclus tweemaal doorlopen hebben, is de literatuurstudie niet helemaal van toepassing bij de tweede cyclus. Hiervoor hebben we beroep gedaan op nieuwe bronnen.

Conclusie

Uit de resultaten van de enquêtes kunnen we concluderen dat:

• er nood is aan educatie rond muziek, beeld en dansexpressie, maar niet aan drama. Hier is gewoonweg nog geen vraag       naar.

• de leerkrachten de werken bespreken van de leerlingen en deze ophangen in de klas.

• de leerkrachten onze lessen creatief vonden, maar de lessen beeld vooral educatief.

• de muzische domeinen waarin de leerkrachten zich het meest gesterkt voelen, het meest worden gegeven.

• de leerkrachten het moeilijk vinden om muzische vorming te geven. Volgende redenen werden het vaakst geantwoord:

   ā–Ŗ te weinig creativiteit,

   ā–Ŗ klasmanagement,

   ā–Ŗ te weinig materialen.

 

Uit de resultaten van de observaties kunnen we concluderen dat:

• de leerlingen sterk zijn in het natekenen, maar de eigen creativiteit nog niet tot uiting komt.

• het beschouwen van kunstwerken moeilijk ligt, omdat dit voordien nooit gebeurd is.

• het resultaat het belangrijkste is en niet het proces. De leerkrachten hameren hierop en wanneer het kind niet tot het              gewenste resultaat komt, de leerkrachten hierop negatief reageren (stok). Daaruit blijkt dat het creëren van een muzische,    veilige omgeving zeer belangrijk is. Wanneer wij hen deze omgeving wel gaven, bloeiden ze helemaal open.

• de leerlingen gevoel voor ritme hebben, maar het zelf creëren van een ritmisch stuk niet alleen lukt.

• de leerlingen veel schaamte kennen bij het opvoeren van een stuk (muziek en dans). Daarnaast wordt er ook veel                   gelachen met elkaar in de negatieve zin. Uit de resultaten van de deskundigen kunnen we concluderen dat:

• het belangrijk is om actieve workshops te geven.

• een focus kiezen, werken met kapstokken en een veilige sfeer creëren belangrijk is.

• het gebruik van verschillende technieken van creatief denken effectief zijn.

​

​

Eindconclusie

De leerkrachten hebben nood aan meer kennis en vaardigheden. Deze nood beantwoordden wij door een teacher training te geven, gefocust op de vaardigheden. Daarnaast leek het ons, op lange termijn, de beste oplossing om ook een handleiding te ontwerpen waarin de kennis en vaardigheden zitten, zodat ze in de toekomst kunnen raadplegen.

​

​

Voorstellen vervolgonderzoek

Op basis hiervan raad ik volgend vervolgonderzoek aan voor de studenten die volgend jaar naar Hsa Thoo Lei gaan:

​

   • ‘Welk effect heeft de teacher training en de handleiding gehad op de muzische lessen in grade 1, 2 en 3 op Hsa                      Thoo Lei? ‘

   • ‘Hoe kunnen we de leerkrachten verder versterken bij het geven van de muzische lessen?’

​

Wanneer bovenstaande onderzoeken gevoerd zijn, lijkt het mij ook interessant om een onderzoek te voeren rond het bevorderen van lessen drama.

Bijlagen

Vragenlijsten

Placemats

Om deze fase makkelijker te laten verlopen, maakte ik een overzichtelijke analyse van de enquête en placemats. Die kan u hieronder terugvinden.

© 2019 by Mandy Van Elsuwege. Bachelorproef aan de Arteveldehogeschool

bottom of page