



Bachelorproef
Mandy Van Elsuwege
Beginsituatie

Het onderwerp van mijn bachelorproef is ontstaan na observaties van onze begeleidende leerkracht. Wij mochten niet observeren, omdat de leerkrachten dat geen goed idee vonden. Ze zeiden dat de leerlingen ons dan lui zouden vinden. Zelfs tijdens onze vrije uren konden we dus niet observeren. De beginsituatie is dus gebaseerd op onze eigen ervaring(en) tijdens de lessen.
Daarnaast is het zo dat er in deze cultuur een groepssfeer heerst. De leerling als individu bestaat niet. Ze antwoorden bijvoorbeeld ook steeds klassikaal. De leerlingen zijn het niet gewoon om in de belangstelling te staan. Wanneer één leerling of enkele leerlingen in de belangstelling staan of worden gezet, dan voelen ze zich heel oncomfortabel.



De school
Eva en ik gaven vier weken les op Hsa Thoo Lei. Aanvankelijk waren dit vijf weken, maar de leerlingen kregen voor de examens ook een week studeertijd. Elke klas had reeds het volledige curriculum afgewerkt, dus mochten we zelf kiezen wat we de kinderen aanleerden. Dit zorgde ervoor dat we meer vrijheid hadden om muzische vorming in ons lessenrooster in te bedden dan aanvankelijk gedacht was.
De school bestaat uit 12 'graden'. Wij gaven les in grade 1, grade 2, grade 3, grade 5, grade 6 en grade 7. Het is zo dat de meeste leerlingen vooraleer ze naar de eerste graad komen al 'kindergarden' achter de rug hebben. Hier hebben ze leren lezen en rekenen. Ondanks het feit dat grade 1 ongeveer overeenkomt met het eerste leerjaar qua leeftijd, moeten ze hier al heel wat meer kunnen (lees: kunnen klassikaal herhalen).
Elke klas heeft zijn eigen lokaal weliswaar zonder deur. Elke klas is voorzien met een whiteboard en elke leerling heeft een plaatsje (bank en stoel) om te zitten. Veel lokalen zijn te klein voor 50 kinderen, dus zitten ze heel dicht bij elkaar en het volume stijgt al snel als er enkele leerlingen praten. Dit volume hoor je ook in de klassen ernaast. Leerkrachten verheffen hun stem in plaats van te spreken.
De school heeft een speeltuin, maar de kinderen gebruiken die heel weinig. Wanneer we de kinderen er mee naartoe namen, dan vonden ze dit heel leuk! Vanuit mijn gevoel hebben ze te weinig kansen om te spelen en om plezier te maken waardoor ze hier niet automatisch zelf voor gaan kiezen. Ik denk dat de (jonge?) leerlingen daardoor heel ontvankelijk zullen zijn voor onze muzische lessen. Op deze leeftijd is het spelenderwijs leren zó belangrijk én heeft de maatschappij nog niet zo veel invloed gehad op de aangeboren creativiteit van de kinderen.
Daarnaast heeft de school ook een grote open ruimte die in het weekend gebruikt wordt als kerk, maar in de week meestal vrij staat. Hier kunnen we gemakkelijk dansexpressie geven aangezien het buiten, in de zon, niet verantwoord is om de kinderen te laten bewegen.
Deze school heeft natuurlijk niet zo veel middelen als de scholen in België. Het contrast met mijn stageschool in België kon dan ook niet groter zijn. Hsa Thoo Lei heeft dit schooljaar geïnvesteerd in papier, kleurpotloden en wasco's en in sommige graden zelfs een tekenblok. Daarnaast zijn er enkele stereo's aanwezig op de school. Zo hebben grade 1 en 2 hun eigen stereo. Grade 11 en 12 hebben een computerklas én een beamer, maar die mogen de jongere kinderen niet gebruiken.
De kinderen zingen opvallend veel. Zo start de hele school 's morgens met het zingen van het volkslied en het groeten van de vlag. Dat niet alleen, als je over het schoolterrein liep, dan hoor je meestal wel een of andere klas zingen. Ze zingen dan ook in 3 talen: Thai, Birmees en Engels.
Kort overzicht
Eva en ik gaven les in 6 klassen. Hier wil ik kort het niveau van elke klas schetsen. Dit doe ik niet alleen op muzisch vlak. De taalbarrière, het Engels, is een hele struikelblok in het geven van muzische opdrachten.
In elke klas wordt de klas als groep beschouwd. We hebben geprobeerd om individueler te gaan werken om zo de kinderen meer te stimuleren. In sommige klassen ging dit al vlotter dan in andere. Dat kan je ook terugvinden in het overzicht van die klas.
Overzicht per klas



Grade 1
Grade 1 werd begeleid door 2 leerkrachten, een vaste leerkracht en een vrijwilligster. De vrijwilligster heeft ook op Hsa Thoo Lei les gevolgd en was nu even leerkracht voor ze wordt toegelaten tot hogere studies. Zij kon het beste Engels en kon dus tolken indien nodig.
De klas telde 32 leerlingen, maar het gebeurde vaak dat leerlingen niet op school aanwezig waren om diverse redenen.
De algemene didactiek is apart. De leerkracht zegt iets en de leerlingen herhalen het gezegde als groep. De leerkracht gaf zelf ook aan dat het in het begin moeilijk zou zijn voor ons om hier vanaf te stappen. Een vraag stellen aan de groep kon, maar is moeilijk aangezien de hele groep antwoord moest kunnen geven.


De kinderen hadden in de lessen Engels de kleuren al geleerd. Hierdoor konden we dit makkelijk verwerken in de muzische lessen beeld.
In de lessen Engels leerden de kinderen regelmatig een liedje. Zo hadden ze 'Head, shoulders, knee and toe' bij de ledematen, 'Old Mc Donald' bij de dieren... al geleerd.
Daarnaast konden ze al lijnen trekken met een lat. Ze hadden dit echter nog niet geleerd bij vormen. Dat komt pas in grade 3 aan bod.
De kinderen waren heel graag bezig. Ze houden wel van zingen, dansen, tekenen..., maar deden dit niet creatief. Ze apen de leerkracht alleen maar na. We moesten dus kleine stapjes nemen eens we begonnen aan het vergroten van de creativiteit van zowel de leerkrachten als de leerlingen, wat ook ons doel was.


![IMG_0141[1].JPG](https://static.wixstatic.com/media/33b0da_51d2946721524c16b106db46826d8375~mv2_d_4032_3024_s_4_2.jpg/v1/fill/w_140,h_120,al_c,q_80,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/IMG_0141%5B1%5D_JPG.jpg)

Grade 2
In grade 2 waren er opnieuw twee leerkrachten, een vaste leerkracht en een vrijwilligster. Hier kan ik hetzelfde verhaal vertellen als in grade 1. De vrijwilligster kon het vlotst Engels spreken en met de vaste leerkracht was het niet altijd gemakkelijk om te communiceren. De vrijwilligster kon dus tolken indien nodig.
Grade 2 telde 45 leerlingen. Er waren echter zeer regelmatig enkele kinderen niet aanwezig, dus meestal stonden we voor een klas met ongeveer 40 leerlingen.
Grade 2 was de enige klas waar er tekeningen en kunstwerkjes van de kinderen werden opgehangen. De kunstwerken werden met lijm aan de muren geplakt. De kinderen deden dit zelf waardoor er niet echt een structuur in zat en alle verschillende werkjes door elkaar hingen. De overige kunstwerkjes mochten de kinderen meenemen naar huis.
Ook in deze klas was het curriculum reeds afgewerkt. De leerlingen hadden echter examens eind februari, dus herhalen was hier wel belangrijk. Ze hadden al geleerd over dieren, kleding, vrije tijd... Dankbare thema's om hun creativiteit te vergroten. Ze hadden namelijk al een degelijke voorkennis over deze onderwerpen.
Aangezien de kinderen met 45 waren en het klaslokaal te klein was, was er weinig bewegingsruimte. Zelfs met de banken aan de kant was het te klein. Wanneer we bewegingsexpressie wilden doen met de kinderen, moesten we steeds naar de grote zaal die zich aan de andere kant van de straat bevond. Ook bij het maken van kunstwerken hadden de leerlingen niet altijd genoeg ruimte. Hun bank was amper groot genoeg voor één A4-blad en een potje wasco's. Meer materiaal kon er gewoon niet meer bij.
Qua lokaal waren zanglessen ideaal. Hier moeten we steeds opletten dat wanneer we het bord gebruikten, de leerlingen het allemaal konden zien. Sommige leerlingen zaten namelijk niet zo goed gepositioneerd ten opzichte van het bord door lichtinval van de deuropening en de ramen. Zij konden eventueel nog vooraan op de grond komen zitten.
![IMG_0228[1]_edited.jpg](https://static.wixstatic.com/media/33b0da_46b1cad8fbb34664b62ff3f80c0d7d1d~mv2_d_3000_2250_s_2.jpg/v1/fill/w_138,h_118,al_c,q_80,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/IMG_0228%5B1%5D_edited.jpg)
![IMG_0229[1]_edited.jpg](https://static.wixstatic.com/media/33b0da_849254194b9641bdb41501d4d8cebfc1~mv2_d_3000_2250_s_2.jpg/v1/fill/w_138,h_123,al_c,q_80,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/IMG_0229%5B1%5D_edited.jpg)

Grade 3
Grade 3 had maar één leerkracht, de vaste leerkracht. Zij kon niet zo goed Engels en bleef niet in het lokaal tijdens onze lessen.
De leerlingen zaten in een U-vorm in de klas waardoor er wel wat extra ruimte werd gecreëerd. Grade 3 telde een 35-tal leerlingen, maar aangezien dit steeds veranderde door talloze afwezigheden en het communiceren met de leerkracht heel moeizaam verliep, weten we het exacte leerlingenaantal nog steeds niet.
Ook hier was het curriculum reeds afgewerkt. Zij hadden ook rond dieren gewerkt en konden ook de vormen tekenen en benoemen in het Engels.
Elke leerling had zijn eigen tekenblok, die lagen links vooraan in de klas, in de kast. De namen waren in het Birmees geschreven, waardoor wij de namen niet konden lezen. De leerlingen deelden deze dus best zelf uit. Hierin was geen creativiteit terug te vinden. Wanneer je bladerde door de tekenblokken, dan viel onmiddellijk op dat alles bij iedereen hetzelfde was. Zo hadden ze eens verschillende soorten fruit getekend (lees: overgetekend van het bord).
De leerlingen hebben hier al iets meer ruimte. Daardoor zijn lessen bewegingsexpressie veel gemakkelijker. Het bord was anders georiënteerd waardoor het zonlicht er minder op viel en het bord dus voor iedereen veel zichtbaarder was.
In grade 5-7 werkten we aan een muzisch project. Als je op één van de foto's klikt, zal je doorverwezen worden naar een filmpje.
Grade 5
Grade 5 had ook maar één leerkracht, de klasleerkracht. Wanneer ik de klas binnen kwam, dan ging de klasleerkracht buiten de klas zitten. Ze bleef wel in de buurt en keek hoe ik les gaf. Ze was echter niet in staat om te vertalen. Ik ben dan ook niet op de hoogte van haar niveau van Engels aangezien ik niet de kans heb gehad om over iets te praten.
Grade 5 had nog moeite met het verstaan van het Engels. Wanneer je hen in groep aansprak, dan lukte dit meestal wel met de nodige visuele ondersteuning.
Het aspect jongens en meisjes lag hier een beetje moeilijk. De jongens en meisjes kozen elk een kant van het lokaal.
Daarnaast merkte ik in deze klas een zekere remming om te dansen. Ze waren dit duidelijk niet gewoon, maar ze stonden er wel voor open. Wanneer we dansten, deed iedereen mee. Zingen waren ze wel gewoon. Een tussenstap (zoals bodypercussie) maken kon hier dus helpen.
Grade 6
De leerkracht van grade 6 heb ik niet gezien. Ik heb ook geen idee wie dit zou kunnen geweest zijn.
Grade 6 was een grote klas. Ze waren met ongeveer 50 leerlingen. De klas was zodanig opgesteld dat er drie rijen waren. Zo was ze precies groot genoeg om iedereen een plaatsje te kunnen geven. Er was dus geen ruimte om bewegingsexpressie te doen in de klas, ook niet wanneer de banken aan de kant waren geschoven. Een muziekles waar de kinderen op hun plaats moesten blijven zitten, kon wel, een les beeld ook. We konden altijd naar de grote lege ruimte gaan aan de andere kant van de straat.
Ik heb gemerkt dat de leerlingen van grade 6 een degelijk ritmegevoel hadden. Ze konden een ritme goed aanhouden en overnemen. Het zingen ging wel snel over naar roepen. Het was dus belangrijk om dit te bewaken.
Meisjes en jongens zaten in deze klas gewoon door elkaar. Je merkte wel een zekere terughoudendheid als je een leerling iets persoonlijk vroeg. In groep ging dit dan weer veel beter.
Daarnaast merkte ik dat de leerlingen het niet gewoon waren om samen te werken. Ze keken een beetje ongemakkelijk rond in plaats van de opdracht aan te pakken. Eenmaal ik was langs gegaan om de eerste stap te zetten, merkte ik wel dat enkele leerlingen de groep begonnen te trekken. Hierdoor lukte het meestal wel, maar nog steeds moeizaam.
Grade 7
Ook de leerkracht van grade 7 heb ik niet gezien. Ze was elke keer weg voor ik aankwam in de klas. De leerlingen zaten dan al mooi op mij te wachten.
Grade 7 telde ongeveer 40 leerlingen. De klas was qua oppervlakte ook iets groter. In deze klas was het dus mogelijk om de banken aan de kant te zetten en een les bewegingsexpressie te geven.
De leerlingen van grade 7 konden me wel al goed verstaan. Ze voelden zich oncomfortabel bij het antwoorden in het Engels waardoor ze dit ook niet onmiddellijk deden. Eén enkele leerling had al de durf om mij aan te spreken en een korte conversatie te starten.
Daarin merkte ik wel een grote interesse voor België, mijn afkomst en mijn gewoontes. Hier kon ik op inspelen bij het aanbrengen van de opdrachten.
Ook in deze klas merkte je een duidelijke scheiding tussen jongens en meisjes. Ze kozen ook hier elk een andere kant van de ruimte.
Hierdoor was het samenwerken tussen de geslachten bijna onmogelijk. Ik heb dit één keer gevraagd, maar dit leidde tot ongemakkelijke situaties. Een toonmoment was daardoor ook heel moeilijk. De leerlingen voelden zich dan bekeken en zouden helemaal dichtslaan waardoor hun ongemakkelijke gevoel de volgende keer nog groter zou zijn. Het was dus enorm belangrijk om rekening te houden met deze cultuurverschillen. Zeker omdat ik maar 4 keer in deze klas ben gekomen.
